Mijn fiets is gestolen, die van jou ook?

Jahoor: ik hoor bij de club. De steeds groeiende club van Utrechters wiens fiets recent is gestolen. Hij stond bij het station, op het Smakkelaarsveld, gewoon in een rek. En nee, hij stond niet helemaal achteraan zodat dieven eerst tien andere mooiere fietsen passeerden. En nee, hij stond ook niet met wel vier fietssloten vast aan twee verschillende paaltjes. Hij stond gewoon in een rek! Hoe ver moet je gaan? ‘Had je je fiets maar niet bij het station moeten zetten?’. Echt? Dat kan toch niet de oplossing zijn?

In 2014 zijn er officieel 3772 fietsen gestolen in Utrecht. Dat zijn er gemiddeld tien per dag. Het aantal gestolen fietsen is de afgelopen jaren sterk gestegen. Reken daarbij ook nog eens de fietsendiefstallen mee waarvan mensen geen aangifte doen en je komt op een nog hoger aantal uit. Meest ‘gevaarlijke’ plek om je fiets neer te zetten? Inderdaad, het stationsgebied waar mijn net nieuwe fiets ook stond.. In de binnenstad worden de meeste fietsen gestolen, en daarna mijn wijk Noordoost met ook nog eens Wittevrouwen als hotspot. In Wittevrouwen moet je vooral oppassen als je een Cortina fiets hebt: een dievenbende was actief op zoek naar deze hippe fietsen. Het wijkbericht wat voor de zomer verspreid werd waarschuwde hier al voor.

Wat te doen? Wat doen we in Utrecht aan fietsendiefstal? We hebben een Actieplan Fietsdiefstal.. Klinkt goed natuurlijk. Er wordt ingezet op preventie en advisering om te laten zien wat bijvoorbeeld goede sloten zijn (zo is een kettingslot beter dan een kabelslot), op goede en veilige fietsenstallingen, en ook worden acties georganiseerd om gestolen fietsen op te sporen. Volgens mij kan de gemeente samen met de politie veel doen. Maar de gemeente kan niet alles oplossen.

Ik ben boos op de dief en boos op de persoon die een gestolen fiets koopt. Zij houden samen het systeem van fietsendiefstal in stand. Wie koopt er nu een gestolen fiets? Ik moet zeggen dat ik dit toch om mij heen hoor.. Boos op mijzelf? Had ik ‘em dan aan een paaltje vast moeten zetten? Weer de vraag ‘hoe ver moeten we gaan?’. Je hoopt toch niet dat je meerdere sloten moet kopen die duurder zijn dan je fiets, of tien minuten langer moet lopen omdat je geen paaltje hebt waar je je fiets aan kunt vastmaken? Ik had het erover met mijn wijkagent in Wittevrouwen. Hij ziet liever niet dat ik mijn fiets slechts op slot zet in een zogenaamd ‘nietje’ (slechts 1 kleine beugelstang in de grond). Hij benadrukt een goed slot en je moet ook het frame vastzetten: ‘Je moet het de dieven niet te gemakkelijk maken’. Mmm. Ik blijf erbij; laten we vooral ook geen gestolen fietsen kopen.

Schermafbeelding 2015-09-16 om 12.50.52

Mijn maidenspeech

Voor de eerste keer in de gemeenteraadsvergadering spreken is iets bijzonders: de maiden speech. Na ruim een half jaar ‘wachten’, was het vlak voor het kerstreces mijn beurt. Sommigen vroegen aan mij waarom ik toen pas het woord voerde. Dit komt omdat veel onderwerpen niet besproken worden in de raadsvergadering: je stelt vragen in één van de commissievergaderingen, je brengt iets onder de aandacht bij ambtenaren of via de (social) media. Toch is de raadsvergadering – hoe ouderwets sommigen het ook mogen vinden – hét podium voor raadsleden. Vooral omdat wij hier van ons stemrecht gebruik (kunnen) maken.

Ook in de Utrechtse gemeenteraad komen er verschillende gebruiken om de hoek kijken wanneer een raadslid een maidenspeech houdt. Zo wordt verwacht dat je uiteenzet waar je voor staat, wat je belangrijk vindt en wat je wilt bereiken in je raadsperiode. Tegelijkertijd ligt er een specifiek raadsvoorstel tijdens het agendapunt voor, waarvan verwacht wordt dat je erop reageert. Eén van de belangrijke gebruiken is dat er geen vragen door andere raadsleden tijdens je bijdrage mogen worden gesteld. Oftewel er mogen geen interrupties worden gedaan. En het leukste is dat je aan het einde van de raadsvergadering wordt toegesproken door de nestor (het gemeenteraadslid dat het langst zitting heeft).

Ik kijk met veel plezier terug op mijn maidenspeech op 18 december: het besluit tot voortzetting van het Ondernemersfonds is een politiek onderwerp waar de meningen over verdeeld zijn en bovendien sluit het onderwerp goed aan bij mijn eigen politieke agenda. Mijn maiden speech is terug te bekijken via deze link en vind je hieronder:

 

Maiden speech 18 december 2014

Maidenspeech uitgesproken op 18 december 2014 over het Ontwerpraadsvoorstel Voortzetting Ondernemersfonds Utrecht 2015-2019

“Een zielig snoertje kerstverlichting, Voorzitter! We kunnen met z’n allen afspreken dat het daarmee begonnen is… Zielig gespannen tussen twee winkels. En die ondernemers maar met de pet rond in de straat voor een prachtig gezamenlijk kunststuk. Maar het verhaal ging dat niet iedereen meebetaalde.. Kerstverlichting, voorzitter, lang heb ik gedacht om mijn maiden speech helemaal te wijden aan dit onderwerp. Hoeveel meter snoer kerstverlichting hebben we eigenlijk in Utrecht? Een mooie vraag voor het college (aan de wethouder kerstverlichting!). Wat levert het de stad aan inkomsten op dat de straten op deze donkere avonden gezellig verlicht zijn? Hoewel sommigen in de stad en wij in de raad er soms wat lacherig over deden de laatste weken, gaat het toch wel ergens over. En als we op de fiets vanavond naar huis rijden is het goed om hierbij stil te staan.

Ik ben raadslid, Voorzitter, omdat ik een mooi Utrecht wens voor huidige en toekomstige generaties. Een fijne stad om te wonen, werken en te studeren. Ik ben raadslid om meer werk mogelijk te maken, en ondernemers de ruimte te bieden om te ondernemen. Om initiatieven mogelijk te maken. Om een initiatief als het Ondernemersfonds, mogelijk te maken.

Het ondernemersfonds is opgericht door en voor ondernemers. En de ondernemers willen door! Want het geplaagde probleem van ‘free riders’ wordt opgelost (zij die wel profiteren van de kerstverlichting maar niet meebetalen), de samenwerking tussen ondernemers en andere partijen in de stad neemt toe en de stad als geheel wordt aantrekkelijker door het fonds. We hebben de afgelopen drie jaar mooie voorbeelden gezien van de bestedingen uit het fonds: de ondernemers op de Biltstraat die buurtbewoners vroegen wat voor invulling zij het liefste zagen van leegstaande panden en die zich nu voorbereiden op de komst van de Tour, de kerstmarkt en de activiteiten rondom Winter Utrecht vanuit het onder andere Centrum Management Utrecht, het parkmanagement op bedrijvenpark De Wetering-Haarrijn, en de activiteiten van stichting Utrecht Science Park. En een ontzettend mooie bijvangst is dat de ondernemers- en winkeliersverenigingen elkaar gevonden hebben; ze zijn zich nog beter gaan organiseren, werken samen, en hebben nu ook echt iets te verdelen. D66 is dan ook een groot voorstander van het fonds.

Voorzitter, voor mij is de rol van de gemeenteraad het bieden van ruimte aan dit soort initiatieven, het wegnemen van belemmeringen, het verbinden van inwoners en partijen in de stad, en het samen (!) doen. Initiatieven als het ondernemersfonds komen ‘van onderop’ – zo noemen wij dat voorzitter; alsof wij ‘van boven’ zouden zijn. Nee, het gaat om het faciliteren van goede ideeën en samen de handschoen oppakken.

Alle ozb-niet woningen betalers betalen wat extra en leggen zo bij aan het ondernemersfonds. En dus ook de gemeente! De gemeente is namelijk ook vastgoedeigenaar en draagt daarom vanaf het begin bij aan het fonds, en neemt deel in de trekkingsgerechtigde gebieden. Ondernemers vragen de gemeente om mee te blijven betalen. Als we Utrecht samen maken: zou het toch wel een vervelend kerstkado zijn om als gemeente niet meer bij te dragen in de trekkingsgebieden? Het is 18 december voorzitter, de vooravond van kerst, je zou toch op zijn minst moeten zorgen voor een gesprek hierover met ondernemers en een zachte landing?

Ook ik zie wel waar de schoen wringt. Want de positie van de gemeente is, ook al doe je het samen, toch een bijzondere. Ondernemers vragen van de gemeente om zich terughoudend op te stellen en geen politiek te bedrijven in de trekkingsgebieden. Deze vermenging van de publiek-rechtelijke en privaat-rechtelijke rol van de gemeente als vastgoedeigenaar ligt op de loer. Wat te doen? Er nu zomaar tussenuit, zoals een aantal fracties wil, en als gemeente niet meebetalen? Mijn fractie wil er niet zomaar tussenuit! Laten we daarom in de lijn van de gedachte van het fonds, dat door en voor ondernemers is, in gesprek gaan met die ondernemers: om samen te zoeken naar een oplossing. D66 onderstreept daarom het voorstel van het college, om met stichting Ondernemersfonds Utrecht en de ondernemers te spreken over de rolinvulling van de gemeente, en nog voor de VJN over de rolinvulling terug te komen bij de raad. En daarbij te zoeken naar een structurele dekking van het geld voor de gemeentelijke bijdrage vanaf 2016. Mogelijk komen we samen met ondernemers op goede ideeën: het geld zou naar stadsbrede initiatieven kunnen, inzet op citymarketing, co-financiering en daarmee zou de gemeentelijke bijdrage niet meer verlopen via de stichting Ondernemersfonds Utrecht in de trekkingsgerechtigde gebieden. Maar laten we dit nou samen doen vragen ondernemers ons, en niet, zoals sommige fracties willen, nu al besluiten om te stoppen met de gemeentelijke bijdrage.

Voorzitter, als raadslid wil je het goede doen. De valkuil is dat je op de stoel van het college, op die van de ambtenaar of op die van de ondernemer gaat zitten. Dat je teveel wilt dicteren, zelf wilt verzinnen. Natuurlijk vanuit goede bedoelingen. Terwijl af en toe niets doen ook een te verkiezen optie is. Dit brengt mij op het onderwerp onderbesteding in het ondernemersfonds. Want een aantal raadsleden hier in de zaal staan te trappelen om hier iets te regelen… Een aantal gebieden kent onderbesteding. Dat is volgens D66 ook niet heel gek als je beziet dat het fonds feitelijk pas ruim twee jaar in werking is. Daarbij waren nog niet alle gebieden goed georganiseerd en kwamen er in 2014 strengere aanbestedingsregels. Ook geven sommige ondernemers aan dat zij expres afwachten met grotere investeringen – zij sparen of wachten op de verlenging zodat een grotere tijdshorizon ontstaat. Aangezien het fonds door en voor ondernemers is; lijkt het D66 goed om het vraagstuk van onderbesteding bij ondernemers zelf te laten. We begrijpen andere fracties niet die hier op de stoel van de ondernemers willen zitten.

Voorzitter, als raadslid wil je helder zijn. Je houden aan je verkiezingsprogramma. This lady is not for turning. In de commissie hebben we aangegeven het collegevoorstel te steunen, door te gaan met het ondernemersfonds en door te gaan met de gemeentelijke bijdrage in 2015 en dat doen we nog steeds. D66 houdt vast aan de lijn om van Utrecht een toekomstbestendig Utrecht te maken, samen met inwoners en ondernemers in de stad. Oh, ja voorzitter: en met kerstverlichting.”

 

Interview Duic: “Utrecht heeft mij veel gebracht, nu wil ik iets terugdoen”

Jony-Ferket-Foto-Martijn-Nobel

Utrecht heeft de jongste gemeenteraad in Nederland. De gemiddelde leeftijd van de raad is 37 jaar. De komende weken gaat DUIC in gesprek met zes jonge politici die in maart in de Utrechtse gemeenteraad zijn gekozen. Vandaag, deel 3: Jony Ferket. “Ik herken mijzelf in het wereldbeeld van D66.”

Naam: Jony Ferket Leeftijd: 28 jaar Geboren: Leiden Opgegroeid: Valkenburg Studie:Geschiedenis Partij: D66

“In 2005 ben ik op kamers gaan wonen in Zuilen. Ik was negentien jaar. Utrecht is voor mij de toegangspoort gebleken tot de rest van mijn leven. Ik heb hier altijd met veel plezier gewoond, gestudeerd en gewerkt. Mijn motivatie om gemeenteraadslid te worden heeft er mee te maken dat Utrecht mij veel gebracht heeft. Nu wil ik iets terugdoen. Ik gun de kansen die ik zelf heb gekregen ook aan anderen. Utrecht is een fijne stad. Ik heb mij voorgenomen om hier voor lange tijd te blijven wonen.”

Belangenspel

“Tijdens mijn studie geschiedenis ben ik voorzitter geweest van de faculteitsraad. Je vertegenwoordigt dan studenten en krijgt te maken met verschillende meningen van aan de ene kant de studenten en aan de andere kant het faculteitsbestuur. Dat belangenspel vind ik erg interessant. Ik houd ervan om campagne te voeren en standpunten te formuleren. Vorig jaar begon ik raadsvergaderingen bij te wonen en ging ik mij wat meer verdiepen in Utrechtse media. Ik dacht erover na om mij kandidaat te stellen voor de gemeenteraad.”

Wereldbeeld

“Ik was al even lid van D66 toen ik actief werd voor G500 en daardoor ook lid werd van VVD, PvdA en CDA. Dat het D66 is geworden, is een bewuste keuze geweest. Ik herken mijzelf in het wereldbeeld van deze partij. D66 is proactief, schuwt taboes niet en wil vanuit mensen en onderwijs een samenleving opbouwen.”

‘Ik ging met zenuwen naar de uitslagenavond,

het was ongelofelijk spannend’

Idealen

“Mijn vader en moeder zijn nooit politiek actief geweest. Zij hebben mij zelfs afgeraden om de politiek in te gaan. Ik denk dat mijn ouders mij wilden beschermen. Zij hebben het beeld dat je het als politicus nooit goed kunt doen. Toch heb ik er geen spijt van dat ik gemeenteraadslid ben geworden. Dit geeft mij veel energie en ik vind het mooi om aan mijn idealen te werken.”

Voorkeursstemmen

“Sinds de vorige verkiezingen had D66 negen zetels in de Utrechtse raad. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart stond ik op de lijst op nummer tien. Ik had goede hoop; D66 stond er goed voor in de peilingen. Toch ging ik met zenuwen naar de uitslagenavond. Het was on-ge-lo-fe-lijk spannend. Toen bekend werd dat D66 dertien zetels had gehaald, raakten we door het dolle heen. Een paar dagen later werd bekend gemaakt hoeveel voorkeursstemmen iedereen had gekregen. Hoeveel ik er had? 1376. Ik was er best even stil van.”

Werkbezoeken

“Eén van de leukste dingen die je als raadslid doet, zijn de werkbezoeken die je aflegt. Laatst fietste ik met iemand van de wijkraad door mijn eigen wijk – Wittevrouwen – en bezochten we het Griftpark. Een andere keer ben ik rondgeleid op het industriegebied Lage Weide, waar ik een afval- en recyclingbedrijf heb bezocht. Dat was een groot bedrijf. Toch had ik er nog nooit van gehoord. Ik word enthousiast van de plannen die veel ondernemers hebben met onze stad. Dat ze alleen maar uit zijn op geld verdienen, geloof ik niet. Er zijn ontzettend veel ondernemers die Utrecht echt verder willen helpen.”

‘Ik ben ook raadslid als ik op

zaterdagavond in een café sta’

Mening

“Wie mijn voorbeelden zijn in de politiek? Uhm… Die heb ik niet echt. Er zijn altijd wel personen die je tegenkomt, waar je iets van mee neemt. Ik kijk op naar mensen die hun nek durven uitsteken. Zelfs als ze zichzelf daardoor niet populair maken bij anderen. De ambitie om over te stappen naar de landelijke politiek, heb ik overigens niet. Ik heb over zoveel zaken nog geen mening. Ik probeer naar mensen te luisteren en hun ideeën mee te nemen in de besluiten die ik als raadslid maak.”

Reces

“Als raadslid heb ik nu zes weken reces. Maar naast het raadslidmaatschap heb ik ook nog een gewone baan. Voor 36 uur in de week werk ik als projectmedewerker bij Schoolinfo. Voor het raadslidmaatschap staat ongeveer 20 uur per week. Hoeveel het werkelijk is? Ik heb mezelf voorgenomen om dat een keer bij te gaan houden. Het gaat met pieken en dalen.”

Volksvertegenwoordiger

“Ook als ik op zaterdagavond in een café sta, ben ik raadslid. Voor mij zit er geen scheiding tussen de politiek en privé. Raadslid ben je altijd. Dat vind ik prima hoor, dat is je taak als volksvertegenwoordiger. Het raadslidmaatschap zie ik niet als een baan. Als wat dan wel? Goede vraag. Ik krijg ervoor betaald, dat klopt. Maar een baan, zo zou ik het niet willen omschrijven. De politiek is ook een hobby van mij. En door raadslid te zijn kan ik proberen om iets te betekenen voor andere mensen.”

Tekst & foto: Quirinus Martijn

Mijn eerste week als gemeenteraadslid

Terugdenkend aan de uitslagen-avond van de verkiezingen krijg ik nog steeds een adrenaline rush.. Wat een spanning kwam daar vrij, euforie, en wat een verantwoordelijkheid rust er nu op onze dertien (!) schouders. Nog spannender was de vrijdagochtend daarna, 21 maart, toen burgemeester Jan van Zanen de definitieve uitslag bekend maakte en voorlas dat ik de voorkeursdrempel had behaald. Echt te gek! Het is best vreemd als ik mij voorstel dat bijna 1400 mensen het vakje voor mijn naam rood hebben gekleurd. Het geeft vertrouwen, kracht en ik ben best een beetje trots. Maar het geeft ook een onbestemd gevoel; nu moet ik het wel waar gaan maken.
De eerste week na de verkiezingen ging heel snel voorbij; en voor ik het wist werd ik geïnstalleerd als gemeenteraadslid. En deze eerste officiële eerste week ging nog sneller voorbij. Een indruk van ‘eerste keren’:
  • De eerste keer dat ik het gemeentehuis inging met mijn eigen toegangspas was  heel gaaf! Eindelijk hoef ik niet meer de fractiemedewerkers te bellen om naar binnen te kunnen.
  • Mijn eerste optreden – eigenlijk nog voor de installatie –  was het bijwonen vande wijkraad Noord-Oost. Er werd onder andere gesproken over de ontwikkeling van de zogenaamde ‘groene kop’ in het puntje van Tuindorp Oost, verkeersonveilige situaties en over groen in de wijk.
  • Voor het eerst op de radio! Voor het item ‘ontbijtje met’ op Radio 1 werd ik geïnterviewd over mijn ervaringen in de campagne. Het item werd prime-time uitgezonden om 4.30 in de ochtend:-).
  • De eerste fractievergadering als raadslid. Stond bol van de college-onderhandelingen; dus daar kan ik niks over vertellen. Afgelopen vrijdag is het advies van informateur Albertine van Vliet bekend gemaakt.
  • Ook werd ik door ‘vreemden’ herkend op straat en wilde iemand een selfie met mij maken.
  • Het voor het eerst openen van mijn mailbox en postvak leidde tot een kleine ‘slik’: zo’n honderd mails wachten om gelezen te worden en verschillende organisaties feliciteerden mij met mijn zetel in de gemeenteraad. Verschillende oud-raadsleden stelden mij gerust dat ik voortaan nooit niks te doen zou hebben: dagelijks krijg je tientallen emails als raadslid.
  • Mijn eerste werkbezoek was heel indrukwekkend: een bezoek aan initiatief Toevlucht waar aan een groep ‘ongedocumenteerde’ mannen, veelal uitgeprocedeerde asielzoekers, onderdak wordt geboden.

foto